« Schaliegas? Nee! | Hoofdmenu | Paddenstoelen, deel 2 »
27 september 2013
Zijn het nou paddenstoelen, zwammen of schimmels?
Dit keer wil ik het in mijn blog eens hebben over de gewone dingen des leven, namelijk over de paddenstoelen. Het is herfst en de paddenstoelen schieten als paddenstoelen uit de grond! Of is het de zwammen schieten als paddenstoelen uit de grond? Wat zijn het nu paddenstoelen, zwammen of toch schimmels? Hopelijk heb je na het lezen van dit blog een beter beeld op wat het nu werkelijk zijn.
Uit het Engels
Dat
de paddenstoelen een groep planten is met een waas van geheimzinnigheid blijkt
eigenlijk al uit de naamgeving. De pad gebruikt deze plant echt niet om op te gaan
zitten!
Toch
heeft de pad er weldegelijk iets mee te maken, want vermoedelijk is deze
Nederlandse benaming ontstaan uit de vertaling van het Engelse toadstool (toad
= pad). In Engeland worden namelijk de giftige of giftig geachte soorten
aangeduid met de naam toadstool / paddenstoel. Dit omdat men een vergelijking,
niet helemaal terecht, maakt met de giftigheid van padden.
Eetbare
of gekweekte paddenstoelen worden in Engeland mushrooms genoemd.
Die waas van geheimzinnigheid wordt nog eens extra versterkt door de benaming van sommige soorten; elfenbankje, satansboleet, heksenboleet, grote stinkzwam, aardtong, dodemansvinger etc. Daarnaast wordt ook het opgroeien van de paddenstoelen in een kring met een bijzonder naamgeving aangeduid, namelijk met het woord heksenkring.
Fungi
In
het rijk van de planten nemen de paddenstoelen een aparte plaats in, ze horen
namelijk tot de "niet-groene" planten. Daar vallen dan weer twee
groepen onder A) de bacteriën en B) de zwammen. Bacteriën zijn
eencellige en zwammen zijn meercellige organismen. Beiden voeden zij zich met
organisch materiaal afkomstig van andere levende of dode organismen. Het zijn
dus de opruimers in de natuur.
In
de wetenschappelijke taal wordt de groep van zwammen Fungi genoemd. Het rijk
van de zwammen (Fungi) valt weer uiteen in twee hoofdgroepen, namelijk de
lagere zwammen of microfungi en de hogere zwammen of macrofungi. De benamingen
worden in het Nederlands vaak door elkaar gebruikt, maar over het algemeen
zeggen we tegen de groep van lagere zwammen: schimmels, zoals bijvoord de broodschimmel.
Bij
de groep van hogere zwammen gebruiken we voor de zwammem met steel en hoed de
naam paddenstoelen en voor de
zwammen zonder steel, de naam zwammen!!
Vruchtlichamen
In feite is overigens wat wij zien het vruchtlichaam van de zwam of paddenstoel en dit is maar een klein gedeelte van het geheel. Dit vruchtlichaam zorgt voor de opslag van de sporen. Wanneer dit vruchtlichaam eenmaal rijp is, laat het de sporen los en worden deze sporen meestal door de wind verspreid. Maar er zijn ook andere manieren van verspreiden.
Uit deze sporen kunnen dan nieuwe paddenstoelen of zwammen ontstaan. Dat begint dan eerst met de ontwikkeling van een soort netwerk van draden, wat we ook wel zwamvlok of mycelium noemen. De ontwikkeling van dit netwerk van draden kost vanzelfsprekend energie en dus voedsel. Dat voedsel wordt door dat netwerk opgenomen uit het hout van een boom, uit plantenresten, uit dierenlichamen van gestorven dieren, mest enzovoort.
Onder bepaalde omstandigheden van temperatuur, vochtigheid en voedsel vormt een mycelium of zwamvlok dan een vruchtlichaam met een bij die zwamvlok behorende vorm.
Hoed
De
meest bekende vorm is de vorm met steel en hoed, vaak dus aangeduid met de naam
paddenstoel. Als je nou aan de onderzijde van die hoed kijkt, en je doet dat
bij meerdere paddenstoelen, dan zul je ontdekken dat er meestal twee
verschillende onderzijden zijn: hoeden met plaatjes en hoeden met gaatjes. De
hoeden met gaatjes worden vaak ook nog aangeduid met de naam boleten. Een mooi
voorbeeld van zo'n boleet of gaatjeszwam is het eekhoorntjesbrood. Het mooiste
voorbeeld van een plaatjeszwam is vanzelfsprekend
de paddenstoel met een hoed van rood en witte stippen oftewel de vliegenzwam.
Daarnaast
kom je op je wandeling ook nog paddenstoelen tegen zonder steel, vaak aan een
dode of levende boom hangend, die aan de onderzijde over het algemeen ook
gaatjes of poriën hebben.
En nu kom ik er achter, dat dit wel al heel erg veel om te verwerken en er is nog meer om te weten, maar dat beschrijf dan maar in mijn volgende blog.
Tenslotte nog een tip; neem altijd bij je herfstwandelingen, dan groeien namelijk de meeste zwammen, een spiegeltje mee, want dan kan je de onderzijde van de hoed het mooist bewonderen. Dus: herfst? Spiegeltje in de jas.
Posted by Brabants Dagblad on september 27, 2013 at 09:43 vm | Permalink
Reacties
De reacties op dit bericht zijn afgesloten.