« De wijken in | Hoofdmenu | Grenzeloos »
05 oktober 2011
Duivels dilemma
Afgelopen woensdag 28 september 2011 vond onder leiding van Clairy Polak een symposium plaats over de resultaten van een onderzoek naar de persrichtlijn. Die richtlijn geldt sinds 2008 in alle gerechtsgebouwen in Nederland en geeft onder meer aan op welke faciliteiten en informatie journalisten tijdens hun werk als rechtbankverslaggever kunnen rekenen. Tijdens het symposium, waar zowel journalisten, persvoorlichters als rechters op af kwamen, bleek maar weer eens dat televisiejournalisten het liefst alles van een zitting willen filmen.
Niet alle rechters zijn het daar zomaar mee eens. Zelf ben ik een voorstander van camera’s in de rechtszaal. Controle op het werk van de rechter is een groot goed en via de aanwezigheid van camera’s kan een groot publiek van dat werk kennisnemen. Maar als rechter heb je ook de taak de privacy van de procesdeelnemers te beschermen en ben je verantwoordelijk voor een eerlijk proces. Het is essentieel dat een procesdeelnemer, of dat nu de eisende partij is bij een kort geding of een verdachte in een strafzaak, zich niet belemmerd voelt bij het beantwoorden van vragen van de rechter of bij het reageren op het standpunt van de andere partij.De aanwezigheid van draaiende camera’s kan maken dat die beginselen in het gedrang komen. Je kunt dan als rechter (in uitzonderlijke gevallen) besluiten dat de camera’s geen opnamen mogen maken. Daartoe biedt de persrichtlijn de ruimte.
Ik krijg wel eens de vraag hoe het dan zit met de aanwezigheid van publiek in de zaal. Dat kan er toch ook voor zorgen dat iemand zich onprettig voelt en daarom niet zegt wat hij eigenlijk wil zeggen? Ik merk tijdens een zitting wel eens dat een procespartij zich wat ongemakkelijk voelt als er veel mensen op de publieke tribune zitten. Ik trek daar niet al te snel de conclusie uit dat die persoon zich niet vrij voelt om iets te zeggen. De openbaarheid van zittingen is een groot goed en je moet als volwassen procespartij tegen een stootje kunnen. Alhoewel…
Onlangs las ik in het boek Trial by media van Peter Schouten een citaat van een verdachte waarvan ik wel schrok: “Het was constant onrustig in de rechtszaal. Ik had een gespannen gevoel vanwege al dat publiek. Ik was gewoon bang om mijn mond open te doen. Ik kon niet vrij praten. In het begin had ik veel meer willen zeggen. Maar toen het rumoer ontstond ben ik gestopt.” (p. 198).
Was de aanwezigheid van camera’s de oorzaak geweest voor de belemmering om vrijuit te spreken, dan had de desbetreffende rechter meteen al kunnen ingrijpen. De persrichtlijn biedt daarvoor immers handvatten. Maar hier ging het om publiek dat gebruikmaakte van het recht om bij een strafzitting aanwezig te zijn. Het is soms een duivels dilemma. Want wat moet in zo’n geval zwaarder wegen: het zorg dragen voor een eerlijk proces of het belang van openbaarheid? Als rechter moet je die afweging elke keer opnieuw maken en daar is geen richtlijn voor.
Posted by Brabants Dagblad on oktober 5, 2011 at 07:32 vm | Permalink
Reacties
De reacties op dit bericht zijn afgesloten.