« Wie volgt? | Hoofdmenu | Klare taal »

15 mei 2013

Stok achter de deur

Een strafrechter heeft de mogelijkheid om bij het opleggen van een straf te bepalen dat een verdachte een deel van die straf niet hoeft uit te voeren. Aan zo’n voorwaardelijke straf worden wel voorwaarden gesteld. Ik kan iemand bijvoorbeeld een geldboete opleggen van 500 euro en bepalen dat de helft daarvan niet hoeft te worden betaald zolang de verdachte tijdens de proeftijd - meestal twee jaar - geen nieuwe strafbare feiten pleegt.

Waarom rechters voor het opleggen van een (deels) voorwaardelijke straf kiezen? In het zojuist gegeven voorbeeld kan ik er bijvoorbeeld rekening mee houden dat de verdachte schulden heeft. Zou de verdachte meteen het volledige bedrag moeten betalen, dan bestaat de kans dat hij nog verder in de put zakt met alle mogelijke gevolgen van dien. En dat is niet de bedoeling van het strafrecht. 

Een ander voorbeeld. Ik kan een gevangenisstraf van zes maanden opleggen waarvan drie maanden voorwaardelijk met als voorwaarde dat de verdachte zich tijdens de proeftijd moet laten behandelen in een kliniek. Ik vind het dan niet alleen belangrijk dat iemand een celstraf uitzit, maar wil ook dat hij behandeld wordt. De voorwaardelijke gevangenisstraf gebruik ik daarbij als stok achter de deur: Als de verdachte zich niet laat behandelen, loopt hij het risico nog drie maanden extra te moeten zitten.

Wat gebeurt er als iemand zich niet aan de opgelegde voorwaarde houdt? Dan is de officier van justitie aan zet. Die kan de strafrechter vragen om de ‘tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel’. Strafrechtjuristen noemen dat kortweg een verzoek om te “tullen”.

Blaren
Ik ben in het algemeen van mening dat als je je billen brandt, je op de blaren moet zitten. Dus als een officier van justitie mij een verzoek om te “tullen” voorlegt, zal ik dat doorgaans toewijzen.

Toch plaatst zo’n tul-vordering mij af en toe voor een dilemma. Neem het volgende geval. Een verdachte heeft een aanzienlijk strafblad. De meeste strafbare feiten pleegde hij na het gebruik van alcohol en drugs. De man is al eens gestraft met een voorwaardelijke celstraf waarbij de voorwaarde was dat hij zich zou laten behandelen in een verslavingskliniek. De reclassering rapporteert dat de man zich tweemaal heeft laten opnemen, maar nog geen behandeling heeft afgemaakt. Ook meldt het reclasseringsrapport dat de kans groot is dat de man nieuwe strafbare feiten pleegt als er geen hulpverlening op gang komt.

Op de zitting vertelde de man mij dat hij het heel moeilijk vindt om hulpverlening te accepteren. Zijn meegekomen begeleider legde uit hoe hij de man inmiddels heeft weten te motiveren zich toch te laten opnemen en dat de behandeling nu goed verloopt.

Wat moet ik dan als rechter? De eerder opgelegde stok gebruiken om mee te slaan omdat anders zo’n voorwaardelijke straf een lachertje wordt? Of er toch voor kiezen hem nog een kans te geven? Ik weet zeker dat zonder behandeling geen eind komt aan de reeks strafbare feiten. Daarmee is de samenleving zeker niet gediend. En omdat de begeleider er vertrouwen in heeft dat de behandeling nu wel van de grond komt, kies ik uiteindelijk voor het laatste. In dit geval. Want rechterswerk is en blijft maatwerk.

Posted by Brabants Dagblad on mei 15, 2013 at 04:41 nm | Permalink

Reacties

Een boeiend en moeilijk beroep. We zijn snel geneigd een oordeel te vellen maar hebben niet zoveel informatie. Hoop er nooit te hoeven verschijnen.

Geplaatst door: E.Vermeulen | 16 mei 2013 18:47:21

Beste mr Lieke ,u kiest voor het laatste ,dat de begeleider vertrouwen in heeft maar een vertrouwen van iemand neemt nog het risico niet weg elk geval kan iemand terugvallen,.Praktijk bewijst dat behandelingen soelaas zijn.Iemand zich niet volle 100% inzet dat het ook nooit slaagt,en iemand kan ook doen alsof hij meewerkt en na de behandeling valt hij in zelfde gedrag,een vos verliest zijn haren maar niet zijn streken,.Als ik in uw geval was als rechter zijnde zou ik op mijn eigen gevoel afgaan of een behandelaar wel of geen vertrouwen heeft doet er niet toe dat pakt soms verkeerd uit.Dus het eerste opleggen gezien dat iemand niet gemotiveerd is en de behandelingen niet verholpen hebben zoals die persoon in betreffende zaak geval had hij stok achter de deur moeten krijgen.Ik wil u zeggen dat zelfs met behandeling geen eind komt aan strafbare feiten,.Men kan kans krijgen maar niet als men zijn gedrag niet kan corrigeren .Bij sommigen delinquenten is het zoals een begeleidere het zegt behandeling geslaagd maar wat blijkt na paar jaren is hij weer in aanraking met het delict danwel ander verwante delict,.

Geplaatst door: Selime | 17 mei 2013 09:32:09

Uiteindelijk kies ik voor het laatste. Dat zien we vaker. De behandeling wil maar niet van de grond komen niet in de laatste plaats omdat de verdachte niet meewerkt. Als dan de datum in beeld komt van rechtszitting dan ziet hij plots het licht en voorwaar: hij werkt mee. Tot de rechter uitspreekt dat hij niet hoeft te zitten. Dan blijkt dat er toch weer allerlei redenen zijn waarom de behandeling toch niet wordt ingezet of wordt afgewerkt. Soms vind ik de rechters toch enigszins naief. Ik heb de vaak meegemaakt dat ze in de luren worden gelegd.

Geplaatst door: Wil | 26 mei 2013 11:00:48

De reacties op dit bericht zijn afgesloten.